Gestalttherapie Trudy van der Wulp
een prachtige en directe manier van leren

Ervaringen van cliënten

Een soort kadootje aan mezelf

Een half jaar geleden heb ik het besluit genomen in therapie te gaan. Ik had een turbulente tijd achter de rug. Ik had mijn relatie net beëindigd, ik had een nieuwe relatie en mijn vader was ruim een jaar geleden overleden. Toen ik terug keek op het eerste jaar na zijn overlijden, dacht ik: als ik het over kon doen, zou ik in therapie gaan om me te laten steunen in het verdriet en bij de verwerking. Toen ik me realiseerde wat dit betekent, dat ik niet goed genoeg voor mijzelf zorg, bedacht ik me dat het nooit te laat is om in therapie te gaan.

Wat voor een therapie was de volgende vraag. Ik wilde geen therapie van praten en analyseren alleen. Ik denk en analyseer al genoeg. Ik wilde therapie die aandacht en ruimte had voor gevoel. Zo kwam ik terecht bij gestalt therapie. Mijn vraag/probleem bij het begin van de therapie was: ik weet niet wat ik voel, ik kan niet voelen wat ik voel.

Al snel werd duidelijk dat ik uit mijn hoofd moest, in meerdere opzichten. Ten eerste heb ik sterk de neiging mij niet uit te spreken. Niet te zeggen wat ik denk, vind en vooral voel. Ten tweede probeer ik mijn leven te laten besturen door mijn hoofd te gebruiken. Ik vertrouw niet op mijn gevoel, ik negeer mijn gevoel, althans, dat probeer ik.

Ook in de therapie merkte ik dat ik mij niet uit spreek. Ik kan heel mooi praten en analyseren, maar het blijft allemaal in mijn hoofd. Het praten en de woorden zijn een middel om niet naar mijn gevoel te luisteren en het niet te laten zien. Dat lijkt soms een voordeel, want dan hoef ik mijn zwakheden niet te laten zien. Helaas heb ik er ook veel last van. Soms begrijpt degene aan wie ik iets vertel helemaal niet hoe emotioneel hetgeen ik vertel voor mij is, blijkbaar kan ik dit niet overbrengen. Dit leidt tot onbegrip, boosheid, teleurstelling en frustratie van mijn kant, en ook dat laat ik niet zien, waardoor de boosheid en de teleurstelling groeien.

Vaak deden we in de therapie oefeningen om dichter bij mijn gevoel te komen. Dit waren voor mij heel confronterende oefeningen. Ik merkte dat ik er veel weerstand tegen had. Maar ik wist ook dat juist omdat ik er zoveel weerstand tegen had, die oefeningen heel belangrijk voor mij waren. Door ze te doen kwam ik daadwerkelijk dichter bij mijn gevoel. Ik moest bijvoorbeeld praten tegen mijn vader, die werd voorgesteld door een poef. Ik moest een drempel over om zo in het wilde weg tegen een poef te praten, waar ook nog iemand anders bij zat, maar ik heb dingen gezegd, die ik nooit tegen mijn vader had willen, durven of kunnen zeggen toen hij nog leefde. Ik hoefde niet meer te doen alsof het allemaal niet zo erg was. Het was wel erg, sommige dingen waren heel erg. Ik heb veel pijn gehad toen ik klein was, toen hij ziek was en toen ik voor hem zorgde. Door deze oefening ervoer ik dat het helemaal niet zo erg was om die dingen te zeggen. Het gaf me een enorm bevrijd gevoel. Het rare was dat ik, nadat ik het uitgesproken had, bijna niet meer begreep waarom ik zo krampachtig mijn best deed me groot en sterk te houden.

Langzaam maar zeker durfde ik mij ook tegen Trudy steeds meer uit te spreken, ik durfde het te zeggen als zij iets zei wat mij pijn deed. Het mooie van therapie vind ik, dat je vrij zeker weet dat je dit ook kunt zeggen zonder dat het de relatie beschadigt, dus zonder dat je bang hoeft te zijn. Natuurlijk was ik wel bang, ik vond het vreselijk eng die dingen te zeggen. Maar toen het goed ging, leverde het opnieuw een bevrijding op van het groothouden. Zodat ik begon te geloven dat ik me niet altijd groot hoef te houden, dat ik niet altijd groot en sterk hoef te zijn. Het is zoveel fijner te zeggen wat er echt toe doet. Je wordt er echter en sterker van.

In het begin deed ik dat alleen in de therapie, maar later lukte het ook thuis en op mijn werk. Dat zijn echt mooie overwinningen. Vooral toen ik voelde dat, ook als het niet helemaal goed ging, ik me toch beter voelde omdat ik mij zelf was gebleven, trouw aan mijzelf en mijn gevoel.

Mijn gevoel had een erg centrale rol in de therapie. Ik ben er achter gekomen dat ik heel goed weet wat ik voel, dat ik heel veel voel, en dat ik ook veel voel van andere mensen. In mijn opvoeding heb ik geleerd niet naar mijn gevoel te luisteren en dat terwijl ik een heel emotioneel mens ben, vol gevoel en emoties. In de therapie mocht ik boos zijn en verdrietig, mocht ik me verlaten voelen en klein. De boodschap was altijd: je bent goed zoals je bent, je mag zijn wie je bent. Daardoor ging ik ook altijd met een goed gevoel weer naar huis. Ik had steeds weer ervaren hoe fijn het is je uit te spreken en het te hebben over wat je echt bezighoudt. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst.

Eigenlijk is de therapie een soort kadootje aan mijzelf geweest.

Ik kan nee zeggen en de wereld vergaat niet